Woord van de week

Professor Hoeksema (2022)

Gepubliceerd op 14-06-2022

Wildersianisme

betekenis & definitie

Dit was de week van Geert Wilders. Zijn rolprent Fitna, lang verwacht, alom gevreesd, en al bij voorbaat met woede begroet, is uitgebracht op het Internet.

Nu kan iedereen zelf kijken wat hij ervan vindt, en dat schijnt al ruimschoots te zijn gedaan. Ik hoor niet tot de anderhalf miljoen mensen die hem in de eerste 24 uur hebben gedownload. Ik wacht wel tot het boek uitkomt. De Groene Amsterdammer van deze week opent met een commentaarstuk getiteld "wildersianisme", opvallend genoeg niet naar aanleiding van Fitna, maar in reactie op de elektronische schandpaal die de stad Rotterdam wil gaan oprichten om asociale stadsbewoners aan te nagelen.

Een slecht idee. Als het een beetje tegenzit, kun je je leven lang last blijven hebben van een jeudige misstap, want het Internet heeft een lang geheugen. Het is ook een slechte zaak omdat de overheid niet op de stoel van de rechterlijke macht moet gaan zitten. Uitgerekend een liberaal als burgemeester Opstelten van Rotterdam zou dat moeten weten. (Maar is hij wel een liberaal, of gewoon een populistische conservatief?) Intussen prangt de vraag of de Rotterdamse flinkigheid als wildersianisme moeten bestempelen of als wilderianisme (zie ook het woord van de vorige week).

Voor het meer frequente paar wildersiaan/wilderiaan heeft de goegemeente op Internet in ieder geval een voorkeur voor de variant zonder s.