Woord van de week

Professor Hoeksema (2022)

Gepubliceerd op 14-06-2022

Scheefwoner

betekenis & definitie

Een scheefwoner is iemand die te goedkoop woont. Liever dan veel duurder te gaan wonen en zo zijn oude huis vrij te geven voor bewoning door een echte sloeber, besluit hij te blijven zitten waar hij zit en met het geld andere leuke dingen te doen.

Een hele scheve toestand dus. Het gaat hier niet echt om een nieuw woord, maar wel een woord dat meer dan ooit in het nieuws is. In de PCM Krantenbank trof ik al voorkomens van dit woord (dat afkomstig lijkt te zijn uit de wereld van de woningbouwbureaucratie) uit het begin van de jaren 1990 aan, maar zelden meer dan eentje per jaar (alleen 1995 had er 4 voorkomens). Ook 2000 (0), 2001 (3) en 2002 (2) vertonen hetzelfde beeld.

Maar dan 2003: met 34 voorkomens tot nog toe (4 september 2003) zitten we midden in een explosie. Daarmee lijkt het woord zich definitief aan het jargon van corporaties en gemeentediensten te hebben ontworsteld en is het deel uit gaan maken van het algemene taalgebruik. En de scheefwoner kan zijn borst nat gaan maken. De autoriteiten hebben hem op de korrel.