Woord van de week

Professor Hoeksema (2022)

Gepubliceerd op 14-06-2022

Rechts-extreem

betekenis & definitie

Naast extreem-rechts kom je af en toe ook rechts-extreem tegen, met eenzelfde betekenis (in Lexis Nexis krantenbestanden vanaf 1992). Vraag me niet welke vorm goed is, want ze mogen allebei.

De oudste vorm, ook met afstand de meest gebruikelijke, is extreem-rechts. Dat is een gewone samenstelling, met een bepaling (extreem) en een kern (rechts), en zoals het een goede samenstelling betaamt, gaat de bepaling vooraf aan de kern. Dus rechts-extreem is fout? Nee, dat woord heeft een andere herkomst. Het is geen gewone samenstelling, maar een zgn. backformation, afgeleid van een ander woord, nl. rechts-extremisme, via het afkappen van het affix -isme.

De vraag is dan, waarom we spreken van rechts-extremisme en niet van extreem-rechtsisme. Misschien zegt u nu: ja, toe nou, dat klinkt toch voor geen meter? Nee, het klinkt voor geen meter, maar waarom eigenlijk? Omdat -isme een uitheems affix is, dat zich bij voorkeur hecht aan een uitheemse stam, zoals extreem, maar niet aan een inheemse stam als rechts. (Een uitzondering hierop is het grappig bedoelde ietsisme, het geloof dergenen die menen dat er "iets" is, zonder daar meteen een groot woord als "God" of "voorzienigheid" voor te willen gebruiken.) Voor die voorkeur van het affix moet de volgorde wijken: dus rechtsextremisme naast extreem-rechts. In de morfologie zien we zo'n omkering wel eens meer, zoals in het Frans bij francilien, aanduiding voor een bewoner van het Ile-de-France, maar het blijft een nogal ongebruikelijk verschijnsel.