Woord van de week

Professor Hoeksema (2022)

Gepubliceerd op 14-06-2022

Poepietrots

betekenis & definitie

Transseksueel Laura uit Kloosterburen meldt in het Dagblad van het Noorden (15-5-2004, blz 53) dat haar transformatie van man tot vrouw geslaagd is: "Ik me voel me zelfverzekerd en poepietrots." Het woord poepietrots hoort tot een kleine groep van elatieve samenstellingen met een verkleinvorm als linkerlid, zoals bloedjeheet, bommetjevol, mudjevol, poedeltjenaakt, schathemeltjerijk. Binnen de groep van elatieve samenstellingen, die altijd een hoge graad aanduiden (vgl. apetrots, keihard, steenrijk) vormt dit een nieuwe groep die voorzover ik kan zien pas vanaf de jaren 1990 in opkomst is.

Ik denk dat we hier te maken hebben met een oernederlandse aandrang om alles wat extreem is meteen weer af te zwakken en te relativeren, gecombineerd met die andere oernederlandse aandrang om overal diminutieven voor te gebruiken. Ik voorspel dan ook een grootse toekomst voor dit soort woorden.