Woord van de week

Professor Hoeksema (2022)

Gepubliceerd op 14-06-2022

Nestorder

betekenis & definitie

Geen bevel tot nestelen, maar een eigenaardige comparatief van een zelfstandig naamwoord. Boudewijn de Groot, in een interview in De Groninger Gezinsbode van 27 maart 2002: "Qua leeftijd ben ik wel een nestor van de Nederlandstalige muziek.

Maar Peter Koelewijn en Eddy Christiani waren er vóór mij. Die zijn nog veel nestorder dan ik."