Woord van de week

Professor Hoeksema (2022)

Gepubliceerd op 14-06-2022

Meteomiep

betekenis & definitie

Ik houd wel van alliteraties, daarom deze keer maar eens een woord uit de column van Daniël Lohues (de zanger van Skik) in het Dagblad van het Noorden, 26 april 2003, blz. 2: “Een kunstmeststrooiende boer is qua regenvoorspelling vaak betrouwbaarder dan een meteomiep op een commerciële tv-zender die op een overdreven treurige toon aankondigt dat er wel eens een drupje zou kunnen gaan vallen.” Overigens vereist deze denigrerende term, in het kader van de gelijke behandeling der seksen, om een vergelijkbare benaming voor onze meteomannen. Wie heeft er een suggestie?

Toevoeging 6 mei 2003. Dirk-Bart den Ouden suggereert de volgende termen voor meteomeneren: weerwatjes, mistmacho's, hagelharry's en regenrekels.