Woord van de week

Professor Hoeksema (2022)

Gepubliceerd op 14-06-2022

-meister

betekenis & definitie

Het woord van deze week is geen woord, maar een suffix, of liever nog, een suffixoide: een woord dat op weg is een suffix te worden. Het is een woord van Duitse herkomst dat bezig is aan een enorme opmars in het meer informele en vrolijke deel van het Amerikaanse Engels.

Vermoedelijk moeten we denken aan Jiddische roots, maar dat zal mij verder worst wezen. Het vormt de opmaat van een reeks Woorden van de Week gewijd aan maffe woordachtigen van Duits/Jiddische origine. De eerste keer dat ik -meister tegenkwam was ergens in de jaren tachtig, toen ik de betiteling schlockmeister las voor "shockjock" Howard Stern. Schlock is een jiddisch woord voor goedkope slechtgemaakte prullaria, en een schlockmeister is iemand die er aardigheid in schept om de mensheid onder te dompelen in een lauw bad van slechte smaak, een beetje zoals de VPRO dat vroeger in Nederland deed met Sjef van Oekel, Waldolala, e.d.

Hoe tenenkrommender, hoe mooier. Helaas hebben we in het Nederlands nog geen woord voor dit soort lui, maar in Amerika, waar het sterft van de handelaren in slechte smaak, kon men er niet omheen. Ik citeer een titel van een overlijdensbericht uit de New York Times: Larry Buchanan Dies at 81, B-Movie 'Schlockmeister'.Maar het is niet gebleven bij schlockmeister. Zo heb je groovemeister, ter aanduiding van een dj of een muziekproducent, spiffmeister, iemand die zorgt dat alles er piekfijn uitziet, sleazemeister, voor een smeerlap of iemand die viezigheid produceert, funkmeister (CNN, 9-12-2003: "Funkmeister George Clinton arrested"), en barfmeister. Ik citeer: "My geriatric cat (let's call him "Barfmeister") spewed all over my freshly made bed, right as I was about to crawl between the sheets." (http://thelipstickchronicles.typepad.com/the_lipstick_chronicles/2005/06/bad_carma.html).