Werkwoord: navolgen, nadoen, achtemadoen, achtemagaan, nabootsen, achter iem. (aan)lopen, naäpen, iemands aap zijn, nastreven, iem. (iets) op een afstand volgen, iem. op de voet volgen, iemands voetstappen drukken, iemands voetspoor volgen, zich naar iem. richten, zich aan iem. spiegelen, aan iets (iem.) een voorbeeld nemen, ergens een lesje aan kunnen nemen, een puntje kunnen zuigen aan, gewoonten... van iem. overnemen, zich op een fraaie leest vormen, zijn lamp aan die van een ander aansteken, op iemands kompas zeilen, in iemands zog varen, in iemands kielwater zeilen, met de stroom af drijven, namaken, imiteren, analogiseren (..zeren), vervalsen, een schrijver plunderen, konterfeiten, pasticheren.
Adjectief: volgziek, aapachtig, navolgbaar, imitabel, navolgenswaardig, onnavolgbaar, inimitabel.
Naamwoord: navolging, nabootsing, nabootserij, aperij, naäperij, naäping, namaking, pastiche, imitatie, plagiaat, letterdieverij, gedachtenroof, letterroof, volgzucht.
navolgbaarheid, onnavolgbaarheid. navolger, nabootser, naäper, aap, apin, namaker, plagiaris, plagiator.
navolgsel, naklank, imitatie, namaak, namaaksel, konterfeitsel, afschrift, afdruk, duplicaat (..kaat), beeld 631, beeltenis, afbeelding, afbeeldsel, voorafbeelding, evenbeeld, spiegelbeeld, afschijnsel, afschemering, schaduw, schaduwbeeld, afschaduwing, afgietsel, facsimile, projectie (..jektie), effigie, imago, dodenmasker.
Causatief: aanstekelijk werken, aansteken.
aanstekelijk, voorbeeldig.
aanstekelijkheid, voorafbeelding, voorafschaduwing.
Spreekwoord: woorden wekken, voorbeelden trekken; leringen wekken, voorbeelden trekken; voorgedaan is nageleerd; zo voorgepepen, zo nagedanst; goed voorgaan doet goed volgen; de kaars (de lamp) die voorgaat, licht best; die zich aan een ander spiegelt, spiegelt zich zacht; ’t is beter spiegel te zien dan spiegel te zijn; vrolijke waarden maken vrolijke gasten; één gek maakt honderd.
kinderen zijn apen; ’t is geen gek die ’t voordoet, maar die ’t nadoet; als één koe blaat, dan blaten ook de andere; als één koe biest, dan steken ook de andere de staart op; het kalf volgt de koe; als één schaap over de dam is, volgen er meer; als er één hond blaft, blaffen er vele (worden de andere wakker); als ’t één kieken drinkt, hebben ze allen dorst; als de haan kraait, tukt het hennetje; trekt men één varken bij de staart, dan schreeuwen zij allen; steelt de vos, zo steelt het vosken ook; het geitje huppelt in het groen en zo zal ook haar jongske doen; het kind van de moor ziet ook zwart; als de herder doolt, dolen de schapen; als de bovenbalk gebroken is, zal de onderste scheef liggen; één geeuwer helpt ook anderen aan het gapen; als het in Frankrijk regent, druppelt het in België.
Gepubliceerd op 20-03-2024
Navolging
betekenis & definitie