Handelslexicon

J. Hagers (1910)

Gepubliceerd op 14-03-2019

Schatkistbiljetten en schatkistpromessen

betekenis & definitie

Schatkistbiljetten en schatkistpromessen - Om in buitengewone gevallen in de behoefte aan kasmiddelen te voorzien, kunnen door den Staat bewijzen van vlottende schuld worden uitgegeven. Deze dragen den naam van schatkistbiljetten en schatkistpromessen.

Volgens artikel 1 der wet van 4 April 1870 (Stbl. No. 62) kunnen schatkistbiljetten worden uitgegeven :

a. om te voorzien in tijdelijke behoeften van ’s Rijks kas tot een bedrag van f 4.000.000.—.
b. tot aanvulling of dekking van tekorten op de middelen, bestemd tot goedmaking van de uitgaven, in de Staatsbegrooting van eenig dienstjaar begrepen, voor zoodanig bedrag als boven dat onder litt. a vermeld bij de wet wordt toegestaan.

Deze biljetten dragen een vaste rente, die bij de uitgifte bepaald wordt. Zij worden uitgegeven voor den tijd van 3, 6, 9, of 12 maanden, welke looptijd op de biljetten vermeld staat.

De rente wordt tegelijk met de aflossing voldaan, tenzij de looptijd langer dan zes maanden mocht duren, in welk geval de rente halfjaarlijks betaald wordt.

Volgens art. 4 van de wet van 31 December 1903 (Stbl. No. 335) tot wijziging van het aan de Nederlandsche Bank verleende octrooi is de Bank verplicht, aan den Staat, telkens wanneer de Minister van Financiën dit tot tijdelijke versterking van ’s Rijks Schatkist noodig acht, onder zekere voorwaarden voorschotten in rekening-courant te verstrekken, echter tot geen hooger bedrag dan f 15.000.000.—.

Voor deze voorschotten moeten door den Staat schatkistbiljetten tot onderpand gegeven worden.

Met de bestemming als is aangegeven voor de schatkistbiljetten in art. 1 der wet van 4 April 1870 (Stbl. No. 62) kunnen volgens de wet van 5 December 1881 (Stbl. No. 185) ook schuldbewijzen worden uitgegeven, waarvan de rente bij de uitgifte wordt vereffend.

Zij dragen den naam van schatkistpromessen en worden verdisconteerd bij de Nederlandsche Bank of bij particuliere banken of andere geldschieters.

Al naar gelang verwacht wordt, dat de behoefte aan geldmiddelen of de tekorten na langer of korter tijd zullen kunnen gedekt worden, worden de promessen uitgegeven voor 3, 2 of 1 maand of zelfs voor korter termijn.

Het verschil tusschen de beide soorten van schatkistpapier bestaat dus hierin, dat de biljetten een vaste rente dragen, die bij aflossing of in termijnen betaald wordt, zij komen overeen met gewone obligatiën op korten termijn uitgegeven. De schatkistpromessen daarentegen dragen het karakter van gewone promessen, die bij de uitgifte verdisconteerd worden en op den ververvaldag tegen de nominale waarde worden ingewisseld, de rente wordt dus bij de uitgifte vereffend.

Beide soorten van bewijzen van vlottende schuld kunnen naast elkander bestaan.

Het is duidelijk, dat de voorziening in de behoefte aan kasmiddelen door het uitgeven van papier op korten termijn den Staat voordeeliger uitkomt dan het aangaan van obligatieleeningen, die in den regel over groote bedragen loopen en eerst over een reeks van jaren kunnen worden afgelost, terwijl de rente een vaste last is.

Ook de in 1914/1915 uitgegeven zilverbons zijn een vorm van vlottende Staatsschuld.