Koninklijke bewilliging - De voor de acte van oprichting (statuten) van naamlooze vennootschappen vereischte Koninklijke bewilliging, zonder welke zij niet tot stand kunnen worden gebracht. (W. v. K. art. 36). Ook vereenigingen, geen vennootschap zijnde, die als rechtspersoon wenschen te worden erkend, hebben daartoe de Koninklijke bewilliging noodig. (Wet van 22 April 1855). Op vereenigingen, vóór dien tijd opgericht, is zij niet toepasselijk.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk