Groot wielerwoordenboek

Marc de Coster (2009)

Gepubliceerd op 25-05-2017

turbo

betekenis & definitie

Snelle renner. In 1987 verscheen van journalist en trendwatcher Jan Kuitenbrouwer: Turbotaal. Van socio-babble tot yuppie-speak. Sindsdien komt ‘turbo’ vaak voor als eerste lid van allerlei samenstellingen in de zin van ‘stevig, krachtig’.

Jelle Nijdam schreef de Goldrace in 1988 nog op zijn naam, voor Rooks en Criquielion, maar de turbo uit Zundert is op zijn dertigste een machteloze kapitein in een machteloze ploeg. (Het Parool, 23/04/1994)