Een onderlinge afspraak of combine hebben met een tegenstrever; samen een blok vormen. Bijv. om niet aan te vallen, elkaar te helpen, andere tegenstanders te dwarsbomen enz.
Men gaf te voren reeds den uitslag op, te zeggen enkele uren vóór het einde. En ‘t verloop op ‘t laatste, dat liet vermoeden, dat wat gezegd werd, bewaarheid zou worden, ‘t Meeste paart der tegenstrevers, die ‘in den slag zaten’, lijk het in rennerstaal heet. (Karel Van Wijnendaele: Het rijke Vlaamsche wielerleven. 1943)
In de laatste bocht voor de meet hield Walter Planckaert me op; die zat duidelijk in de slag ten gunste van Frans Verbeeck, die ik in de spurt klopte. (Freddy Maertens. Niet van horen zeggen. Opgetekend door Manu Adriaens. 1988)
