Groot wielerwoordenboek

Marc de Coster (2009)

Gepubliceerd op 25-05-2017

fiac

betekenis & definitie

Féderation Internationale Amateur de Cyclisme, de amateurbond tegenover de FICP (de profsectie). In het verleden waren deze twee bonden concurrenten van elkaar. Vanaf 1 januari 1993 integreerden de twee verenigingen om deel uit te maken van de uci.

Dit jaar heeft de organisatie van de Ronde van de EG niet opnieuw haar vingers durven branden. De ploeg die Monique Knol dit jaar om zich heen heeft verzameld, werd formeel het meedoen geweigerd. Ook de suggestie van ploegleider Wim Kruis om het team als Holland-B te laten meedoen, werd door de KNWU niet opgepakt. En tot overmaat van ramp heeft de FIAC op haar laatste congres in Stuttgart de regels weer niet aangepast, terwijl Monique Knol daar vast op had gerekend. (NRC Handelsblad, 10/09/1991)

De kans is groot dat de wielerprofs bij de volgende Olympische Spelen, in 1996 in Atlanta, van de partij zullen zijn. Dat hangt vooral af van de eenwording in de wielerwereld die ucivoorzitter Hein Verbruggen voor ogen staat. Op dit moment bestaat de wielerorganisatie nog uit twee secties, de amateurs (FIAC) en de profs (FICP). Maar Verbruggen verwacht dat de fusie voor november een feit zal zijn. (Het Parool, 27/07/1992)