Woordenboek der Grieksche en Romeinsche Oudheid

Z.C. de Boer, J.G. Schlimmer (1910)

Gepubliceerd op 07-06-2019

Verbēna

betekenis & definitie

Verbēna - = herbēna heilige kruiden, op het Capitool gegroeid, ook sagmina geheeten. Ook takken van heilige boomen, als myrten, olijf- en laurierboomen, geplukt tot eenig heilig gebruik, werden verbena geheeten.

Smeekelingen, gezanten en vooral de fetiaal-priesters omkransten zich het hoofd met zulke heilige kruiden of gewassen; ook bezigde men ze tot het versieren van altaren, godenbeelden, offerdieren, enz.