Phocis - Φωκίς, bergachtig en niet vruchtbaar landschap van Midden-Griekenland. In de geschiedenis is het het meest bekend door de zoogenaamde heilige oorlogen. Over den eersten
z. Crissa. Crisa werd verwoest en zijn gebied aan den delphischen god gewijd (± 590). De tweede oorlog had in 355 plaats, toen de Phocensers een stuk der crisaeïsche vlakte hadden bebouwd. Tot een boete veroordeeld die zij niet konden betalen, maakten zij zich van de delphische tempelschatten meester en wierven huurtroepen, die spoedig hun zelven te machtig werden. Philippus van Macedonia, door de Thebanen te hulp geroepen, drong in 346 Phocis binnen, het huurleger sloot een verdrag en liet de Phocensers aan hun lot over, die het nu ontgelden moesten. Zij werden uit het Amphictyonenverbond gestooten en hun plaats daarin werd aan Philippus gegeven. Zie verder ook Amphissa. De Parnassus met den delphischen tempel lag wel in Phocis, doch Delphi behoorde er niet toe, maar was een gemeenschappelijk gebied der Amphictyonen. In de stad Daulis behoort de mythe te huis van het zusterpaar Philomēla en Procne. De bewoners van Phocis worden Phocenses, Φωκῆς, genoemd (zie Phocaea).