Woordenboek der Grieksche en Romeinsche Oudheid

Z.C. de Boer, J.G. Schlimmer (1910)

Gepubliceerd op 09-06-2019

Peleus

betekenis & definitie

Peleus - Πηλεύς, zoon van Aeacus en Endēis. Hij of zijn broeder Telamon doodde bij het spelen met den discus een zoon van Aeacus en Psamathe, Phōcus, daarom waren beiden genoodzaakt uit Aegīna te vluchten. Nadat zij aan den tocht der Argonauten hadden deelgenomen, werd hij gastvrij opgenomen door Eurytion, koning van Phthia, die hem van zijn schuld reinigde, hem zijne dochter Antigone tot vrouw gaf en een deel van zijn rijk afstond.

Hij leefde hier eenigen tijd gelukkig, maar daar hij bij de calydonische jacht het ongeluk had zijn schoonvader te dooden, moest hij opnieuw vluchten; hij begaf zich naar Iolcus, z. Acastus. Op bevel der goden werd hem nu, daar Antigone (z. a.) gestorven was, de Nereïde Thetis tot gemalin gegeven, en toen zij hem onder allerlei gedaanten trachtte te ontvlieden, leerde Chiron hem de kunst om telkens dezelfde gedaante aan te nemen als zij, zoodat zij zich na langen strijd aan hem moest overgeven.

Op de bruiloft waren alle goden en godinnen tegenwoordig, behalve Eris, z. Paris. P. regeerde sedert gelukkig over Phthia, doch toen hij Thetis stoorde bij hare pogingen om hun zoon Achilles onsterfelijk te maken, verliet zij hem en keerde zij naar de zee terug.

Na den dood van Achilles werd P., die toen reeds zeer oud was, uit zijn rijk verjaagd, later door Neoptolemus in de regeering hersteld, doch toen na diens dood Orestes Phthia veroverde, moest hij weder in ballingschap gaan en zoo eindigde hij zijn leven. In de onderwereld werd hij bij Aeacus en Achilles geplaatst.—V. a. verzoende Thetis zich met hem na den dood van Neoptolemus, en volgde hij haar naar de diepte der zee, waar hij aan hare zijde voortleeft.

< >