Woordenboek der Grieksche en Romeinsche Oudheid

Z.C. de Boer, J.G. Schlimmer (1910)

Gepubliceerd op 09-06-2019

Pandōra

betekenis & definitie

Pandōra - Πανδώρα, de eerste vrouw, door alle goden (vandaar de naam) met schoonheid, lieftalligheid en kunstvaardigheid begiftigd, had van Zeus een doos gekregen, waarin alle ongelukken opgesloten waren. Daarop liet hij haar door Hermes naar Epimētheus brengen, die haar tegen den raad van Promētheus ontving. Uit nieuwsgierigheid opende zij het deksel van de doos, waarop alle rampen zich over de aarde verspreidden; alleen de hoop bleef op den bodem er van liggen, toen P. het deksel spoedig sloot.