Woordenboek der Grieksche en Romeinsche Oudheid

Z.C. de Boer, J.G. Schlimmer (1910)

Gepubliceerd op 10-06-2019

Odysseus

betekenis & definitie

Odysseus - Ὀδυσσεύς, Ulixes, zoon van Laërtes of Sisyphus en Anticlēa, koning van Ithaca, Same en Zacynthus. Ook hij had naar de hand van Helena gedongen, en toen aan Tyndareos een goeden raad gegeven (z.

Helena), uit dankbaarheid daarvoor was deze zijn voorspraak bij Icarius, toen hij diens dochter Penelope tot vrouw begeerde. Toen de trojaansche oorlog uitbrak, was O. verplicht mede op te trekken; v.s. had hij door geveinsde krankzinnigheid getracht zich aan die verplichting te onttrekken, maar was deze list door Palamēdes(z.a.) ontdekt. Hij ging dus met 12 schepen naar Troje en toonde zich daar een dapper en volhardend krijgsman, maar vooral onderscheidde hij zich door schranderheid, tegenwoordigheid van geest en welsprekendheid. Daarom werd hij vooral gaarne gebruikt, waar deze eigenschappen te pas komen, als onderhandelaar of verspieder, en luistert men met aandacht naar zijn raad. Vóór het begin van den oorlog werd hij naar Troje gezonden om Helena terug te eischen, hij weet Achilles (z.a.) op te sporen, als deze zich op Scyrus verborgen houdt, bij den strijd om de wapenen van Achilles behaalt hij de overwinning op den grooten Aiax, en het houten paard, waardoor eindelijk Troje genomen werd, was van zijne vinding. Maar bovenal is hij beroemd door vele gevaren en avonturen, die zijne terugreis bemoeilijkten en die het onderwerp uitmaken van de Odyssēa van Homērus.

Tien jaar lang zwierf hij over de zee en door verre landen, eer hij zijn vaderland weder bereikte. Reeds was hij tot kaap Malea gekomen, toen een storm hem naar het land der Lotophagen dreef, waar sommige van zijn makkers zoo door den smaak van de zoete lotusvrucht bekoord werden, dat zij met geweld naar de schepen teruggedreven moesten worden. Daarna landde hij bij de Cyclopen, hier beroofde hij den woesten menscheneter Polyphēmus (z.a.) van het gezicht, waarom hij sedert voortdurend door den toorn van Poseidon vervolgd werd. Op het eiland van Aeolus werd hij goed ontvangen, en bij zijn vertrek kreeg hij een zak mede, waarin alle winden opgesloten waren behalve de Westenwind, zoodat de vaart zeer voorspoedig was, maar in het gezicht van Ithaca openden sommige schepelingen den zak, de winden ontsnapten en een geweldige storm dreef het schip weder naar het eiland van Aeolus terug. Vervolgens kwam hij bij de Laestrygonen (z.

Antiphates) en bij Circe (z.a.), op wier raad hij over den Oceaan zeilt en in het voorportaal der onderwereld de schim van Tiresias over zijne verdere lotgevallen ondervraagt. Langs het eiland der Sirenen, tusschen Scylla en Charybdis doorzeilend, komt hij op Thrinacia, waar zijne tochtgenooten, door den uitersten honger gedreven, zich in weerwil van zijne dringende vermaningen aan de kudden van Helius vergrijpen. Deze beklaagt zich bij Zeus, die het schip van O., zoodra het weder in zee is, door een bliksemstraal verbrijzelt en alle schepelingen doet omkomen, behalve O. zelf, die op een plank naar het eiland Ogygia drijft. Daar wordt hij ontvangen door Calypso (z.a.), en zeven jaar blijft hij, hoewel door heimwee verteerd, bij haar; als zij hem eindelijk op uitdrukkelijk bevel der goden laat gaan, vaart hij 18 dagen lang gelukkig op een door hem zelf vervaardigd vlot; daarna merkt Poseidon hem op, en in een vreeselijken storm wordt het vlot verbrijzeld, maar door de hulp van Ino Leucothea komt hij, met verlies van alles, zelfs van zijne kleederen, op het eiland Scheria. Van uitputting valt hij in slaap, en zoo wordt hij gevonden door Nausicaa, die hem naar het hof van haar vader Alcinous, koning der Phaeaciërs, brengt.

Nadat hij hier eenige dagen eene gastvrije ontvangst had genoten, zich bekend gemaakt en zijne lotgevallen verhaald had, wordt hij eindelijk, met geschenken overladen, naar zijn vaderland teruggebracht. Daar verneemt hij dat zijne moeder van verdriet over zijne lange afwezigheid gestorven is, dat zijn vader zich uit de stad teruggetrokken heeft, dat sedert drie jaar meer dan 100 edele jongelieden naar de hand van Penelope dingen, en in afwachting van hare beslissing in zijn huis brassen en zwelgen en zijn vermogen verteren, en eindelijk dat Telemachus, die in den laatsten tijd begonnen is zich krachtiger tegen hen te verzetten, nauwelijks voor hunne lagen veilig is. Door Athēna, zijne trouwe beschermster, als oude bedelaar vermomd, maakt hij zich voorloopig alleen aan zijn zoon bekend, dan gaat hij naar zijn huis en komt er juist wanneer Penelope, die nog steeds op de terugkomst van haar gemaal hopend, tot nu toe aan hare vrijers geen beslissend antwoord gegeven heeft, zich eindelijk gedwongen ziet eene keuze te doen. Zij verklaart dat zij hem tot echtgenoot zal nemen, die den boog van O. kan spannen, en als niemand daartoe in staat is, vraagt O. zelf, nog steeds als bedelaar vermomd, of hij het beproeven mag; zij stemt toe, en zoodra hij den boog in handen heeft, doodt hij met de hulp van Telemachus en eenige getrouwe dienaars al de overmoedige vrijers. Daarna maakt hij zich bekend, terwijl Athēna een oproer stilt, dat door den moord der vrijers dreigde te ontstaan.—Over zijne verdere lotgevallen zijn de berichten verschillend. V.s. doodde hem zijn eigen zoon Telegonus (z.a.), zonder hem te kennen, v.a. was hij naar Italië gegaan en had daar verscheiden steden gesticht.

< >