Woordenboek der Grieksche en Romeinsche Oudheid

Z.C. de Boer, J.G. Schlimmer (1910)

Gepubliceerd op 12-06-2019

Latium

betekenis & definitie

Latium - ἡ Λατίνη, landschap van Midden-Italia. Men onderscheidt Latium vetus, het oude gebied der Latijnen, en Latium novum of adiectum, het gebied der Aurunci, Volsci en Hernici. Oud- Latium strekt zich in oude tijden van even benoorden den Tibermond naar het Zuiden uit tot aan Tarracīna, en wordt in het Westen begrensd door Zuid-Etrurië, in het N. door den ager Sabīnus, en verder in het N.O., O. en Z.O. door de Aequi, Hernici en Volsci.

De voornaamste steden van dit gebied waren, behalve Rome en Alba, dat vroeg aan Rome over ging, Tibur, Praeneste, Tusculum, Aricia, Laurentum, Antium, Ardea en Circeii. Deze steden vormden met vele andere kleinere steden een bond, waarvan Rome het hoofd was. Rome had sedert 493 gelijke rechten als de 30 steden van Latium samen, zoodat er een tweeledig isopolitisch verbond bestond met wederkeerig burgerrecht en conubium.

Dit was het gevolg van den oorlog, dien Latium na de verdrijving van Tarquinius Superbus met Rome had gevoerd. In 486 voegden zich de Hernicers als derde lid bij den bond. V. s. dateert dit laatste verbond eerst uit de 4de eeuw (zie Hernici).

In de 5de eeuw verliezen de Latijnen veel terrein aan de Aequi (z.a.) en de Volsci.

Aan de laatsten ging o. a. het geheele Zuiden tijdelijk te loor, z. de artikelen Antium en Circeii. In den loop van de 4de eeuw worden de Volsci, en verder ook de Hernici en Aurunci onderworpen, en nu reikt Latium in het Zuiden tot aan Campania (z.a.).

Wat het Latijnsch-Hernicisch verbond betreft: in den gallischen oorlog schijnen de bondgenooten Rome in den steek te hebben gelaten. Het verbond werd wel hernieuwd, doch in 340 barstte de beslissende strijd uit, die in 338 met de nederlaag der Latijnen eindigde. Het latijnsche verbond werd ontbonden, en Rome sloot met elke stad een afzonderlijk verdrag op verschillenden voet, naar gelang van omstandigheden.

Eenige steden werden als municipia bij Rome ingelijfd en kregen dus het romeinsche burgerrecht, doch sine suffragio. De overige, o. a.

Tibur en Praeneste, werden afhankelijke socii.

Rome behandelde hen echter op eenigszins anderen voet dan de bondgenooten in het overige Italia. De socii Latini, ook onder den naam van nomen Latinum bekend, konden in zekere gevallen rom. burgers worden, b.v. door het bekleeden van posten in hunne stad, welk recht ook aan de latijnsche koloniën buiten Latium werd toegekend (zie ius Latii), of wanneer zij naar Rome metterwoon verhuisden, mits met achterlating van een stamhouder in hunne oude woonplaats.