Woordenboek der Grieksche en Romeinsche Oudheid

Z.C. de Boer, J.G. Schlimmer (1910)

Gepubliceerd op 18-06-2019

Hippocrates

betekenis & definitie

Hippocrates - Ἱπποκράτης, 1) vader van Pisistratus.—2) Alcmaeonide, grootvader van Pericles.—3) broeder en opvolger van Cleander als tyran van Gela. Door de inwoners van Zancle, zijne bondgenooten, tegen de Samiërs te hulp geroepen, breidde hij, steunend op zijn talrijk huurleger, zijne macht door schandelijk verraad uit, onderwierp ook Naxus, Callipolis en Leontīni, noodzaakte de Syracusanen door zijne overwinning bij de rivier Helōrus (492) hem Camarīna af te staan, en sneuvelde bij een aanslag op Hybla (491).—4) zoon van Ariphron, atheensch strateeg, sneuvelde in den slag bij Delium (424).—5) van Chius, schrijver van het oudste leerboek der meetkunde. Hij leefde in de 2de helft van de 5de eeuw.—6) van Cos, de beroemde grieksche geneesheer, geb. 460.

Hij behoorde tot het geslacht der Asclepiaden en ontving het eerste onderwijs in de geneeskunde van zijn vader Heraclīdes en van andere artsen in zijn vaderland; ook de sophisten Prodicus en Gorgias worden zijne leermeesters genoemd, door sommigen ook Democritus. Van zijn leven is weinig bekend; in zijn jeugd deed hij groote reizen, tijdens de pest in den peloponnesischen oorlog hield hij zich te Athene op, hij stierf in zeer hoogen ouderdom te Larīsa in Thessalië. Door nauwkeurige waarnemingen en grondig onderzoek verhief hij de geneeskunde tot wetenschap, zijne werken werden dan ook door Grieken, Romeinen en Arabieren ijverig bestudeerd en dikwijls van commentaren voorzien.

Vele daarvan werden echter reeds door de ouden voor onecht gehouden, van de 72, die nu nog zijn naam dragen, worden gewoonlijk slechts 6 als echt beschouwd; het meest bekende draagt den naam Ἀφορισμοί.—Ook zijne beide zonen, Thessalus en Draco, zijn schoonzoon, Polybus, en zijne twee naar hem genoemde kleinzonen waren artsen van naam en schrijvers van geneeskundige werken.

< >