Woordenboek der Grieksche en Romeinsche Oudheid

Z.C. de Boer, J.G. Schlimmer (1910)

Gepubliceerd op 18-06-2019

Euphēmus

betekenis & definitie

Euphēmus - Εὔφημος, 1) zoon van Poseidon en Europa, onderstuurman der Argonauten. Hij kreeg van Triton een kluit aarde, die, volgens de voorspelling van Medēa, aan zijne nakomelingen in het vierde geslacht de heerschappij over Libye zoude bezorgen. De kluit werd echter bij Thera verloren, en nu werd de voorspelling eerst in het zeventiende geslacht vervuld, toen zijn afstammeling Battus van Thera naar Libye kwam

en Cyrēne stichtte.—2) zoon van Troezēnus, aanvoerder der Ciconen en bondgenoot der Trojanen.