Euclīdes - Εὐκλείδης, 1) van Zancle, stichter van Himera.—2) eerste archont te Athene in 403, het jaar van de amnestie, de wederinvoering der wetten van Solon en de invoering van het ionische alphabet.—3) van Megara, kwam dikwijls des avonds in vrouwenkleederen naar Athene om Socrates te bezoeken, omdat de Atheners in dien tijd den Megarensers op doodstraf het verblijf in hun stad verboden hadden. Na den dood van Socrates vonden verscheidene van zijne leerlingen, die zich te Athene niet veilig achtten,
o.a. Plato, bij Eucl. eene schuilplaats. Hij verbond de eenheidsleer der Eleaten met stellingen van Socrates en werd de stichter der megarische school, die leerde, dat alleen het goede, hoewel onder zeer verschillende namen, bestond. De verdediging van deze leer vereischte vele dialectische spitsvondigheden, waarin vooral zijne navolgers Eubulides no. 1 en Diodōrus no. 1 uitmuntten en waarom de wijsgeeren van zijne richting dikwijls ἐριστικοί of διαλεκτικοί genoemd worden. Z. ook Stilpo.—4) beroemd wiskundige te Alexandrië omstreeks 300, schrijver van verscheiden werken over meetkunde, sterrenkunde en muziek. Zijn hoofdwerk, Στοιχεῖα, wordt nog tegenwoordig soms als leerboek der meetkunde gebruikt.