Cyzicus - Κύζικος, bloeiende milesische kolonie op de zuidkust der Propontis (zee van Marmara), op den hals van het schiereiland Arctonnēsus (= bereneiland), gesticht 756. Aan weerszijden der landengte had de stad uitstekende havens, door eene doorgraving met elkander verbonden. Tot het gebied der stad behoorde ook het versterkte eiland Proconnēsus (= reeëneiland), dat een gezocht, zwart en wit gevlamd, marmer opleverde, waarnaar het in de middeleeuwen Marmara werd genoemd.
Hier versloeg Alcibiades in 410 de Spartanen te land en ter zee, waarbij Mindarus sneuvelde. De groote bloei van Cyzicus dagteekent van het verval van Milētus en Athene. Toen de vrede van Antalcidas (387) de aziatische Grieken aan Perzië had prijsgegeven, gelukte het den Cyziceners in 365, de perzische bezetting teverdrijven. Later kwam de stad onder Macedonia, vervolgens bij Pergamus en ten slotte onder Rome. Uit trouw aan de Rom. doorstond zij in 75 een zwaar beleg van den pontischen koning Mithradātes, en werd zij tot belooning door L. Lucullus tot eene civitas libera verheven. Onder keizer Nero ging deze vrijheid te loor, wegens mishandeling van rom. burgers.
De gouden munten der stad, κυζικηνοί, waren alom in de handelswereld bekend en gangbaar. Ook de cyziceensche balsem, uit het sap der irisplant bereid, unguentum Cyzicenum of irinum, μύρον κυζικηνόν, was beroemd.