Woordenboek der Grieksche en Romeinsche Oudheid

Z.C. de Boer, J.G. Schlimmer (1910)

Gepubliceerd op 18-06-2019

Cypselus

betekenis & definitie

Cypselus - Κύψελος, 1) koning van Arcadië ten tijde van de terugkomst der Heracliden; hij behield zijn rijk door zijne dochter Merope aan Cresphontes tot vrouw te geven.—2) zoon van Eëtion en Labda, van moederszijde verwant met de Bacchiaden. Daar dezen hem reeds als kind trachtten te dooden, omdat hij hun volgens een orakel de heerschappij over Corinthe zoude ontnemen, verborg zijne moeder hem in een kist (κυψέλη), die later te Delphi gewijd werd en nog in de 2e eeuw na C. daar te zien was. Toen hij volwassen was, werd het orakel vervuld; hij stelde zich aan het hoofd der volkspartij, verjoeg de Bacchiaden, en regeerde sedert gelukkig en zacht (657–627), bevorderde handel en verkeer, en liet de stad met vele kunstwerken verfraaien.

Zijn zoon Periander volgde hem op.