Woordenboek der Grieksche en Romeinsche Oudheid

Z.C. de Boer, J.G. Schlimmer (1910)

Gepubliceerd op 18-06-2019

Comoedia

betekenis & definitie

Comoedia - κωμῳδία. De uitgelaten vroolijkheid, die bij de Dionysusfeesten placht te heerschen, uitte zich o. a. ook in kunstelooze liederen, waarin zij, die aan het feest deelnamen, elkander en anderen vrijmoedig, dikwijls op zeer ruwe wijze, plaagden en bespotten. Uit deze liederen ontwikkelde zich mettertijd, onder de handen van eenige verdienstelijke dichters, de comedie.

Nadat in Megara en op Sicilië de eerste stappen in deze richting gedaan waren, kwam deze dichtsoort tot hoogen bloei te Athene, waar het afwisselend en veelbewogen leven den dichters rijke stof opleverde, waarvan zij met de aloude vrijheid gebruik maakten. Geen onderwerp is van zoo teederen aard, of de comediedichters durven het op hunne wijze behandelen, geen persoon is zoo machtig of hoog geplaatst, of zij stellen hem, ook in zijn huiselijk leven, voor het volk ten toon en geven zijne feilen en tekortkomingen, natuurlijk veelal zeer overdreven, aan de openbare bespotting prijs; zoo werd de comedie een middel, waardoor de openbare meening met onbeperkte vrijheid over personen en toestanden kritiek uitoefende. Aan handeling ontbreekt het in de comedie niet, maar eenheid zou men er tevergeefs in zoeken; met onbeteugelde phantasie laat de dichter op de meest onverwachte wijze het eene tooneel op het andere volgen, mits hij de gelegenheid vindt zijne toeschouwers te doen lachen.

Schijnt dus scherts en spot het eenige doel der comedie te zijn, als geheel beschouwd hebben de stukken, ten minste voor zoover wij ze kennen, eene ernstige strekking; wel beschouwd bestaat immers alles wat afgekeurd en bespot wordt, door toedoen of ten minste met goedvinden van het publiek, het oppermachtige volk; de dichter schroomt dan soms ook niet zelf, door middel van het koor, het woord tot de toeschouwers te richten en hun met ernst en aandrang mede te deelen wat hem op het hart ligt. In het bizonder dient daartoe de parabasis (παράβασις), een intermezzo, dat met de handeling niet in het minste verband staat. De voornaamste aantrekkelijkheid der oude comedie (ἀρχαία κωμ.) ging verloren, toen omstreeks het einde van den peloponnesischen oorlog hare vrijheid door wettelijke bepalingen beperkt en het verboden werd bestaande personen te noemen (ὀνομαστὶ κωμῳδεῖν), tevens werden de stukken met veel minder luister opgevoerd en langzamerhand vervielen ook de koren.

Daarentegen leggen de dichters der nieuwe komedie (νέα κωμ.) zich meer op de eigenlijk gezegde dramatische kunst toe: in hunne stukken verloopt de handeling meer natuurlijk en voert geleidelijk tot de ontknooping, in plaats van bepaalde personen worden typen uit het dagelijksche leven ten tooneele gevoerd, de karakters worden beter volgehouden, enz.

Het overgangstijdperk tusschen de oude en nieuwe comedie noemt men den tijd der μέση κωμ.—De rom. comedie is eene navolging van de nieuwe grieksche; een enkel stuk dat, naar het voorbeeld der oude attische comedie, tegen verscheiden aanzienlijke Rom. gericht was, bezorgde den schrijver, Naevius, gevangenisstraf. De stukken zijn meestal uit het Grieksch vertaald of bewerkt; in de fabulae palliatae komen zelfs grieksche, in de veel minder talrijke fabulae togatae romeinsche toestanden en kleederdrachten voor.

< >