Woordenboek der Grieksche en Romeinsche Oudheid

Z.C. de Boer, J.G. Schlimmer (1910)

Gepubliceerd op 18-06-2019

Britannia

betekenis & definitie

Britannia - Βρεταννία, het tegenw. Engeland en Schotland, met Hibernia (Ierland) en de kleinere bijliggende eilanden samen onder den naam insulae Brittannicae begrepen. Vóór Caesar kenden de Romeinen deze eilanden slechts bij geruchte, en deze geheimzinnigheid prikkelde hem om naar Britannia over te steken; doch zijne beide tochten (55 en 54) hadden weinig gevolg.

Eerst ten tijde van keizer Claudius (sedert (43n. C.) kregen de Romeinen vasten voet in het Zuiden van Engeland; doch er moest nog veel strijd gevoerd en meer dan één opstand gedempt worden (zie o. a. Boadicca), eer Iulius Agricola (78–85) er in slaagde, Engeland geheel tot een wingewest te maken. Daarnaar werd Engeland Britannia Romana, Schotland of Caledonia Britannia barbara geheeten. De naam Albion beteekent bergland. Ten einde de invallen der woeste bergstammen uit Caledonia te keeren, werden er in verschillende tijden twee versterkingsliniën dwars over het eil. aangelegd van den Oceanus Hibernicus (Iersche zee) naar den Oc. Germanicus (Noordzee). De oudste linie, meestal vallum Hadriani geheeten, liep van de Solway Firth in het W. naar de Tyne in het O., en werd aangelegd 122 n. C.; de latere linie, vallum Antonini genaamd, was veel kleiner, liep van Firth of Clyde (Clotae aestuarium) naar de Firth of Forth (Bodotriae of Boderiae aestuarium). Deze had keizer Antonīnus Pius door zijn legaat Lollius Urbicus in 142 n. C. laten aanleggen. Onder keizer Septimius Sevērus werd het land tusschen de beide liniën weder prijs gegeven en trok men zich op de zuiderlijn terug, die nu versterkt werd door eene buitenlinie, uit een gemetselden muur bestaande, met poorten, torens en forten. De Romeinen hadden omtrent de ware ligging van Britannia geene juiste voorstelling en meenden, dat de Oostkust vrij wel evenwijdig aan de belgisch-nederlandsche kust liep. De bevolking was van keltischen oorsprong en werd Bretones of Britanni genoemd, doch was op sommige punten door belgische nederzettingen naar het binnenland teruggedrongen. De Britten waren gewoon lang hoofdhaar en knevels, doch geen baard te dragen en zich blauw te verven. Onder Constantijn vormde Britannia Romana vier provinciën: Britannia I en II in het Noorden, Maxima Caesariensis in het midden, Flavia Caesariensis in het Zuiden. Theodosius de Groote veroverde nogmaals Zuid-Schotland en maakte daarvan de provincie Valentia. Toen in den tijd der groote volksverhuizing de rom. legers uit Britannia teruggetrokken werden, waren de Britten niet meer tegen de Schotten opgewassen en riepen zij in 447 n. C. de hulp der Saksers en Angelen in, die het land wel van de Schotten verlosten, maar het tevens vermeesterden. In de 5de eeuw n. Chr. gaat de naam Britannia over op Bretagne, waar de door de Angelsaksen verdreven Britanni hun toevlucht zochten.