Gepubliceerd op 19-09-2017

Kleisthenes

betekenis & definitie

Kleisthenes - Atheens politicus (6e eeuw v.C.). Hij was een zoon van Megakles en Agariste, behoorde tot de adellijke familie van de Alkmaeoniden, die door Peisistratos waren verbannen. Door tussenkomst van de Spartanen, daartoe door de Alkmaeoniden uitgenodigd, kwamen zij terug na de verdrijving van Hippias in 510 v.C. De teruggekeerde aristocraten raakten weldra in een machtsstrijd verwikkeld en Kleisthenes stichtte een democratische partij, waardoor hij zijn rivaal Isagoras kon uitschakelen. In 508 v.C. voerde Kleisthenes een hervorming door, waarmee hij de invloed van de adel op de volksvergadering en aldus op de staatsleiding kon breken. De democratische staatsvorm, door Solon gepland, ging een nieuwe fase in.

Het principe, waarvan Kleisthenes uitging, was het breken van de macht van de Eupatriden door het uitschakelen van de oude genè, phratriai en phylen als politieke kaders. De nieuwe politieke omschrijvingen werden op lokale, geografische basis georganiseerd. De woonplaats was nu bepalend. Kleisthenes maakte alle bewoners van Attika, ook de metoiken en een groot aantal vrijgelatenen, tot volwaardige burgers (zie Vrijlatingen). Hij verdeelde het grondgebied van Attika in territoriale omschrijvingen van gemeenten of groepen van gemeenten rondom een hoofdplaats. De inschrijving op de bewonerslijst van de deme of gemeente had het verlenen van het burgerrecht tot gevolg. De burgers voegden derhalve aan hun naam die van hun deme toe.

De deme werd bestuurd door een demarchos en een raad, de agora. De deinen van Attika werden gegroepeerd in 30 trittyen, eveneens op territoriale grondslag volgens de aard van de streek en hoofddelen van het land, nl. 10 trittyen van steden, 10 van het kustland en 10 van het binnenland. Eén trittye van elke aard, dus samen drie, vormde één phyle, zodat er in totaal 10 phylen waren. Bijgevolg kon zo’n phyle geen particulier lokaal belang meer vertegenwoordigen, want ze bestond niet meer uit een aansluitend gebied. Hun hoofdstad kon niet anders dan Athene zijn. De administratie ervan werd waargenomen door epimelètai. Deze 10 phylen, genoemd naar een eponyme held, die er zijn cultusplaats had, vervingen de vier oude (geslachts) phylen van Attika en de phratriai als politieke groeperingen. Deze bleven nochtans als religieuze verenigingen bestaan.

Het centrale bestuur in Athene, de Boulè, de magistraturen, belangrijke ambtelijke colleges, ook op militair gebied enz. werden op basis van dit decimale stelsel opgericht. Elke phyle zond 50 leden naar de Boulè, de Raad van de 500, en vormde er de prytanieën. Er waren sindsdien 10 archonten, 10 strategen enz. Deze hervorming democratiseerde de Attische samenleving in belangrijke mate. De bewoners in de stad en langs de kust waren overwegend democratisch en konden dus de conservatieven van het binnenland gemakkelijk overstemmen. Bijgevolg kwam het gezag van de Boulè op alle belangrijke gebieden boven dat van de Areopaag, die wel bleef bestaan, doch aan betekenis verloor. De hoge ambten van het oude archontaat verloren eveneens hun vroegere luister en konden sedertdien nog slechts als ereambten beschouwd worden. Trouwens, om de democratische hervorming een hechte basis te geven, liet Kleisthenes ze gepaard gaan met maatregelen die haar verstevigden.

In de eerste plaats bedacht hij het systeem van de klèrouchieën. Tegen de eventuele terugkeer van de Peisistratiden liet hij in 508 v.C. nog een wet op het ostrakismos aannemen, en tenslotte werd de algemene dienstplicht ingevoerd. Het leger van Attika kwam onder het commando van de 10 strategen, van wie ieder het contingent van zijn phyle aanvoerde.

Af en toe hebben de oligarchen nog een poging gedaan om de macht aan zich te trekken, doch de democratie won steeds, hetzij door het ostrakismos, hetzij door de uitloting van het archontaat na Marathon in 488 v.C., hetzij door uitbreiding van arbeidsmogelijkheden, door de uitbouw van de vloot en de ontginning van nieuwe aders in de zilvermijnen van Laurion. Perikles zou vanaf 462 v.C. de jonge democratie nog verstevigen.