Gepubliceerd op 14-09-2017

Frygië

betekenis & definitie

Frygië - Landschap in het westelijk deel van het centrale plateau van Klein-Azië. De bewoners van deze streek, Frygiërs genoemd, waren een deel van de grote Thrakische stam, dat ca. 1200-1100 v.C. naar Klein-Azië trok, en waarschijnlijk deel uitmaakte van de Zeevolkeren. Als dusdanig namen ze het gebied van de Hittieten over. Hun akmè bereikten ze tussen 800-700 v.C., onder hun legendarische koningen Midas en Gordias. De hoofdstad was in deze periode Gordion. Reeds aan het einde van de 8e eeuw werden ze door de Assyriërs verdreven uit hun meest zuidelijke bezittingen. De genadeslag kregen ze van de Kimmeriërs omstreeks 700 v.C. Hun machtspositie werd opgevolgd door die van de Lydiërs. De contacten met de Griekse (Ionische) wereld waren regelmatig. Midas was gehuwd met een Griekse prinses.

De Frygische taal is reeds uitgestorven sedert de oudheid. Wij kennen haar uit eigennamen en enkele Griekse en Latijnse glossen. Belangrijk is het feit dat de Frygiërs het Griekse alfabet overnamen en aan hun taal aanpasten. Op artistiek gebied was er beïnvloeding door de Frygiërs tot aan het einde van de periode, waarin ze een opvallende machtspositie bekleedden. Doch vanaf de 7e eeuw ging hun invloed de andere richting uit.

De Grieken werden beïnvloed op godsdienstig gebied door Kybelè (de Anatolische godenmoeder) en Semèlè. Op cultureel vlak waren de Grieken vooral op gebied van de muziek leerplichtig. In de klassiek-Griekse periode had Frygië geen betekenis meer. Ruimtelijk was het grondgebied verkleind en het werd omgeven door Pisidië, Karië, Lydië, Mysië, Bithynië en Kappadokië. Na tot het rijk van de Perzen te hebben behoord, kwam het in handen van Alexandros de Grote, de diadochos Lysimachos en de Seleukiden; het werd daarna onder de voet gelopen door de Galaten. Tijdens de uitbreiding van het Romeinse Rijk behoorde het vooral tot de provincia Asia, gedeeltelijk tot Galatia.