(de; -s) - ijzer of putter met de nek zo gebogen dat het slagvlak, vanuit het gezichtspunt van de speler, zich iets achter de lijn van de shaft bevindt.
Herkomst: Eng. (scheve hals); wryneck is ook de naam van een vogel die in het Ned. ‘draaihals’ heet; soort van specht die op mieren aast (Jynx torquilla)
→ gooseneck