in boek en tijdschrift. Hoewel er niet gesproken kan worden van een gestage stroom van literatuur over kunst en over kunstenaars, die in Friesland werden geboren of in dit gewest een belangrijk deel van hun artistieke prestaties leverden, kan er van de laatste jaren toch een niet te miskennen opsomming worden gegeven van boeken en tijdschriftartikelen, die handelen over kunstuitingen en kunstenaars in het verleden en ook in onze eeuw.
In de lijst zijn catalogi achterwege gelaten voorzover ze zich beperkten tot een korte inleiding en het noemen van de op een bepaalde tentoonstelling aanwezige werken.In 1966 publiceerde J. P. Wiersma een uitvoerige biografie van Pier Pander, een Friese beeldhouwer in Rome (Drachten 1966).
Dr. A. Wassenbergh, oud-directeur van het Fries Museum, vulde een eerder verschenen publicatie aan en rondde daarmee zijn studies af: De portretkunst in Friesland in de zeventiende eeuw (Lochem 1967).
In hetzelfde jaar werden de op Friesland betrekking hebbende (178) prenten uit de Vaderlandsche Gezichten uit circa 1790 in reprint uitgegeven en door ds. J. J. Kalma van een oriënterende inleiding voorzien (Leeuwarden 1968).
Prenten van Frl., maar nu van de elf steden — waarbij ook weer andere kunstenaars werden betrokken dan die voor de Vaderlandsche Gezichten werkzaam waren geweest — werden verzameld en van een inleiding voorzien door drs. C. Boschma, directeur van het Fries Museum (uit het prentenkabinet waarvan de uitgebreide keus werd gemaakt). (Delft z.j. 1973).
Het Fries Museum gaf in 1968 voorts zijn catalogus uit van het Friese zilver uit eigen collectie (Leeuwarden 1968).
Wat betreft de tijdschriftartikelen: It Beaken wijdde het tweede nummer van de 34-ste jaargang in zijn geheel aan de Fr. schilder Cor Reisma, wiens leven en werk werd ingeleid door G. Struiksma (Leeuwarden 1972).
De in 1912 overleden Fr. schilder Laurens (Sir Lawrence) Alma Tadema, tijdens zijn leven een beroemdheid, daarna vergeten, maar nu weer in een periode van eerherstel, kreeg in 1974 een overzichtstentoonstelling in Leeuwarden (nadat in hetzelfde jaar ook al aandacht aan hem èn aan Kruseman en Rochussen — met Alma Tadema wat in de vergeethoek geraakt — was besteed door middel van een Rotterdamse tentoonstelling). De tekst van de Leeuwarder tentoonstelling is te vinden in het maandblad Antiek (Lochum 1974).
In het tijdschrift De Vrije Fries verschenen achtereenvolgens een aantal artikelen met betrekking tot het (ruim genomen) gebied van de beeldende kunst, t.w.:
Ir. F. E. van Ruyven, Harlinger goud- en zilversmeden, VF Jg. 44, 1960.
Dr. A. Wassenbergh, Een vroeg stilleven van Maerten Boelema de Stomme, VF 46, 1964.
W. Dolk, Zestiende eeuwse zerkhouwers in Friesland, VF 46, 1964.
Drs. Herma M. v. d. Berg, Jacob Gysberts en het patroon van het Bolswarder Stadhuis, VF 47, 1966. D. J. v. d. Meer, Schilders in Friesland in de 16e eeuw, VF 46, 1964.
Mr. B. van Haersma Buma, Gerardus Wigmana, de Friese Rafaël, VF 49, 1969.
J. H. Leopold, De Leeuwarder uurwerkmakers en hun werk in het Fries Museum, VF 50, 1970.
S. ten Hoeve, Twee stadhouderlijke gestoelten te Leeuwarden, VF 51, 1971.
Mr. B. van Haersma Buma, Het Jan Harmensorgel te Workum, VF 51, 1971.
Drs. M. Halbertsma, Lambert Jacobsz, een Amsterdammer in Leeuwarden. VF 52, 1972.
G. v. Slooten-Kaan en Drs. T. P. Straat-Osinga, 150 jaar mode en dracht, VF 51 en 52, 1971 en 1972.
Drs. R. E. O. Ekkart, Drie stadhoudersportretten uit de senaatskamer van de Franeker Academie, VF 54, 1974.
Dr. Regn. Steensma, Rond doopvont en altaar; middeleeuwse kerkelijke voorwerpen in het Fries Museum, VF 54, 1974.
H. Kingmans.