Gepubliceerd op 21-01-2020

GYSBERT JAPICXPRIJS

betekenis & definitie

Tweejaarlijkse prijs voor de Friese literatuur, ingesteld door Ged. Staten van Frl. in 1947, genoemd naar de Fr. dichter Gysbert Japicx, bestemd voor het beste werk uit de vier voorafgaande jaren.

Het bedrag werd verhoogd van ƒ 500 in 1947 tot ƒ 750 in 1953 en tot ƒ 1500 in 1963. In 1953 werd besloten de prijs niet jaarlijks, maar eens in de twee jaar uit te reiken, waarbij in principe afwisselend proza en poëzie bekroond zou worden.Prijswinnaars sedert 1955: Ulbe van Houten, Douwe A. Tamminga, Eeltsje B. Folkertsma, Marten Sikkema, Jo Smit, Jan Wybenga, Tr. Riemersma, Paulus Akkerman, Daniël Daen. Van deze auteurs weigerde E. B.

Folkertsma de prijs in 1959 in ontvangst te nemen. In 1969 werd de prijs niet toegekend: de jury had Operaesje Fers voorgedragen, maar G.S. achtten het niet verantwoord om conform de voordracht de prijs toe te kennen, omdat het reglement voorschrijft dat de prijs aan een auteur moet worden toegekend. Tot 1966 was de uitreiking van de Gysbert Japicxpriis in het Bolswarder Stadhuis gecombineerd met de opening van de Fryske Boekewike. Na dat jaar werden de evenementen losgekoppeld. Momenteel wordt de prijsuitreiking gevolgd door een avondconcert in de Martinikerk. Er bestaat al vele jaren kritiek op de prijsformule.

HAAN, JOSSE DE (Peins 1941-Schagen), Fries dichter/schrijver, leraar; medewerker bla-bla (galerie de blauwe hand te Harlingen), A-Wyt, mede-oprichter Operaesje Fers (herfst 1967); schoolhoofd te Herbayum tot 1971. Hij schreef een aantal overladen en daarom barok-aandoende gedichten, zich daarmee onderscheidend van generatiegenoten die het in de richting van de zg. praatpoëzie zoeken. Zijn prozawerk „forneukte stêd” valt op in de Fr. letteren door het onrealistische en fantastische karakter zij het ook door vormzwakte. Organiseerde mede de 2 zg. Trotwaersuppleminten (1970) die de veranderingen van het eind der jaren ’60 in de Fr. letteren codificeerden.

Werk: Ferstekeningen tekenfersen (samen met schilder Joop Huisman, 1971); forneukte stêd (1972) benevens gecyclostyleerde verzenverzamelingen in eigen beheer (o.a. Ynferzen. Fersen út ’e frije hân 1972); eind 1974 kwam uit It geheim fan de sawn moskeflappers (jeugdboek).

< >