Gepubliceerd op 21-01-2020

BOEZEMSTAND

betekenis & definitie

Hoogte van het boezemwater. Over de jaren 1951-1960 werd nog gemiddeld 10 dagen per winter-halfjaar een hogere gemiddelde boezemstand geregistreerd dan + 0,40 m z.p. en 1 dag + 0,54 z.p.

Door de sterk verbeterde lozingsmogelijkheden van de Friese boezem werd over de jaren 1966-1972 10 dagen per winterhalfjaar slechts een hogere boezemstand dan + 0,23 m z.p. gemeten en 1 dag + 0,34 m z.p. De lozingscapaciteit bedraagt nu 7 mm/etmaal (ter vergelijking: Rijnland 11,1 mm/etmaal; Noordoostpolder 10,0 mm/etmaal).

De verhoudingsgewijs lage capaciteit van de Fr. boezem geeft geen grote problemen, door het relatief grote bergende oppervlak.

< >