Afgedankte auto. In de jaren ’60 nam het autowrakkenprobleem ook in Friesland snel toe.
Tientallen kleine opslagplaatsen en enkele grotere ontstonden overal in Frl. Op 30-6-1963 werd de Provinciale Verordening Opschriften en Opslagplaatsen van kracht, waarmee d.m.v. een vergunningenstelsel het aantal opslagplaatsen kon worden gecontroleerd en beperkt. Ged. Staten van Frl. gaven op 2-6-1972 opdracht aan de Commissie Vuilverwerking in Frl., het probleem van opslag en afvoer van autowrakken te onderzoeken en voorstellen te doen die zouden kunnen leiden tot een oplossing voor het probleem. Uit het in 1974 door deze commissie uitgebrachte rapport bleek o.m., dat er in 1972 ca. 10.000 autowrakken in deze provincie waren.
Opslagplaatsen De opslagplaatsen zijn onder te verdelen in:
a. Sloop- en bewerkingsbedrijven. Hier is men voornamelijk geïnteresseerd in onderdelen van auto’s. Verreweg de meeste opslagplaatsen in Frl. behoren tot deze categorie;
b. Afvoerbedrijven. Bedrijven, die de afvoer naar verwerkingsbedrijven verzorgen;
c. Verwerkingsbedrijven. Bedrijven, die de aangevoerde autowrakken tot schroot verwerken, bijv. m.b.v. een shredderinstallatie. Dergelijke bedrijven zijn in Frl. in o.a. Sneek en Franeker aanwezig;
d. Bufferterreinen. Terreinen ten dienste van de overheid, uitsluitend dienend voor opslag van autowrakken. Frl. beschikt over twee van dergelijke terreinen, nl. bij Surhuisterveen en Harlingen.
In Frl. bevonden zich volgens bovengenoemd rapport in 1974 ruim 200 opslagplaatsen (198 voor auto’s) waarvan in maart 1973 ongeveer 80 legaal (d.w.z. krachtens een vergunning).
Lit.: Autowrakken in Friesland (Rapport Prov. Comm. Vuilverwerking in Frl.). Zie ook Opslagplaats.
