Tak van landbouw, die zich bezig houdt met de teelt van plantaardige produkten, met uitzondering van groenten en fruit. In Friesland wordt de akkerbouw vooral beoefend op de daarvoor geschikte zeekleigronden langs de Waddenzeekust (Wonseradeel, Franekeradeel, Barradeel, Het Bildt, Menaldumadeel, Leeuwarderadeel Ferwerderadeel, Oost- en Westdongeradeel en Kollumerland).
Behalve in de Kleibouwstreek vindt men ook akkerbouw in Zuid-Oost Frl. In 1973 was hier plm. 2300 ha beteeld met aardappelen, granen, bieten en snijmaïs (in opkomst).
In 1960 bestond het totale bestand aan agrarische bedrijven in Frl. voor 66 % uit zuivere graslandbedrijven, voor 23 % uit gemengde bedrijven en voor 11 % uit zuivere akkerbouwbedrijven. In 1965 waren de percentages resp. 78, 13 en 9; in 1972 86, 8 en 6.
Het bouwland-areaal in Frl. liep na 1945 sterk terug: van meer dan 50.000 ha tot plm. 20.000 ha. In het voornaamste akkerbouwgebied, de Kleibouwstreek, bedroeg het areaal medio 1973 15.000ha (excl. kunstweide). Een groot probleem in de Kleibouwstreek vormde het bestaan van veel te kleine kavels. De ca. 60.000 ha cultuurgrond (weide, bouwland, tuinbouw) is verdeeld over 40.000 tot 50.000 perceeltjes. In het midden van de jaren ’50 begon men hier, evenals in de waterbeheersing, verbetering in te brengen door middel van ruilverkavelingen: De Dongeradelen, Berlikum, Ferwerderadeel, Wonseradeel-Noord, Barradeel en Het Bildt.
Karakteristiek Friese gemengde- en akkerbouwbedrijven Naar grondgebruik:
voornaamste prod. in ha jaar hektares granen aardsuikerbouwland appelen bieten
1955 29.910 11.089 8.333 1.913
1961 23.458 10.749 6.152 3.002
1965 21.089 10.092 6.699 2.488
1970 17.653 7.419 6.274 2.796
1972 17.691 7.464 5.444 3.256
1973 17.710 7.071 5.343 3.658
Aantal bedrijven met bouwland:
jaar
1955 +/12.750
1960 7.975
1965 4.196
1970 2.294
1972 1.734
Bron: C.B.S Zie ook Landbouw, Tulpenteelt en afz. produkten op naam.
