Gepubliceerd op 21-01-2020

ABMA, GERBEN

betekenis & definitie

(Folsgare 1932-Leeuwarden), Fries schrijver, leraar geschiedenis en Fries; legde ook het kand. ex. theologie af (1956 Univ. v. A’dam) en het ex. wetensch. archiefambtenaar le klas (1966).

Hij schreef in 1962 in It Beaken een artikel over de Friese bijbelvertaling dat mede de stoot gaf tot het besluit tot een nieuwe Friese bijbelvertaling; richtte in 1967, samen met F. S.

Sixma baron van Heemstra, het tijdschrift A-Wyt op dat bewust meertalig was en de scheiding tussen Friese en niet-Friese letteren enigermate probeerde te overbruggen. Hij nam in 1969 met Mr.

A. H.

Frankena, J. B.

Singelsma en Sikke van der Weg het initiatief tot democratisering van het stichtingsbestuur van de Fryske Akademy; zat namens de W(erkgroep) K(ultuur) F(riesland) in de structuurcommissie ter democratisering van het stichtingsbestuur van de Fryske Kultuerried welke actie door de WKF in 1970 was opgezet.In Abma’s werk staat centraal de geïsoleerde mens in een moderne wereld waarbij geëxperimenteerd wordt met romantechnieken, vooral in De nacht fan in leechrinner. De gersridders beschrijft een boerengezin in de jaren na 1945.

Gerben Abma: Fries romanschrijver en eindredacteur van deze encyclopedie.

Werk: editie van het hs. van K. Y. Vlietstra, de Fryske Neyschoalle met landbouwkundige inleiding (ed. in Ons Friese Platteland 1964-’65, inleiding in It Beaken 1963). Romans: De Utfanhuzer (1962); De gersridders (1969); De nacht fan in leechrinner (1973); Leafde op bitter-lemon (1973).