een Griek, die vermaard is door zijne geveinsdheid. Toen Zijne landgenonten den schijn aannamen alsof zij het beleg voor Troje gingen opbreken, liet S. zich door de Trojanen gevangen nemen, deed het voorkomen alsof hij door de Grieken aan zijn lot overgelaten was, en wist de Trojanen te bepraten, om het reusachtig groole houten paard binnen de stad te halen, waarin zich een korps grieksche krijgslieden verscholen had.
Men noemt S., bij wijze van beeldspraak, een zoon van Sisyphns.