Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Nagy

betekenis & definitie

hongaarsch woord, beteekent Groot, en komt voor in een aantal namen, o. a.:

1) Nagy-Bónya, duitscb Frauemtadt, ook Neustadt, stad in ’t hou-

gaarsche comitaat Szatbmér, 6 a 7 mijlen ten O. Z. O. van Szathniar, nabij de Zevenbergsche grenzen; 7200 inw.; rijke goud-, zilver- en loodmijnen.

2) Nagy-Enyed, hong. naamsvorm voor Engeten.
3) Nagy-Kdroly, marktvlek in 't hong. comitaat Szathniar, 7 a 8 mijlen ten O. N. O. van Debreczin; 10,500 inw.; groot kasteel van graaf Karoly.
4) Nagy-Szebcn, hong. naam van Hermannstadt.
5) Vüyi/- Vdrad, Itong. naamsvorm voor Grosswardein.

< >