negende mameliikscbe sultan van Egypte en van Syrië, uit de dynastie der Baharieteu, regeerde van 1293 tot 1341, maar zag zijne regeering gedurende verscheidene jaren verontrust door de overweldigingen van Ketbogha en van Ladzjin (1297—99), en door die van Bibars (1309). Hij had ook bloedige oorlogen te voeren met het buitenland; doch al zijne vijanden overwinnende, breidde hij zijn grondgebied uit tot Malatiah en Anah aan den Euphraat.
In zijn binnenlandsch bestuur toonde hij zich even verlicht als vol ijver: hij overdekte Egypte met dijken, wegen, kanalen, fraaie monumenten, terwijl landbouw en schoone kunsten door hem aangemoedigd werden. Zie ook NASER en NASSIR.