Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Manica

betekenis & definitie

1) provincie of koninkrijk in OostAfrika, tusschen Sofala en Sabia ten O., Inhanbane ten Z., Mocarangua ten O. en ten N.; met de hoofdstad Manica, 33 mijlen benoordw. Sofala.

Het landschap M. behoorde in naam onder het portugeesche capitanaat-generaal van Mozambique, doch was metterdaad onafhankelijk.2) zie MANIKA.

< >