Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Mandingo

betekenis & definitie

een der meest verbreide negerrassen van West-Afrika. Uit hun bergland Manding hebben de M. zich door verovering en door landverhuizing allengs aan den Niger naar het N. 0., gelijk aan Senegal en Gambia naar het W. en Z.

W. in het kustland verbreid, zoodal hunne taal (het Malinkè) van de Senegalkust tot Sego aan den Niger de heerschende taal in den alledaagschen omgang is. Het grondgebied, dat de M. bewonen, is in een aantal landschappen gesplitst, die deels een monarchalen, deels een republikeinschen regeeringsvorm hebben; de voornaamste dier rijken zijn: Bambarra, Manding, Kaarta, Bamboek, Woelli, Yani en Barra. Tot het M.-ras behooren ook de Soesoe, de Boelloms en Timmani (rondom Sierra-Leone), de Soelima en Koeranko, zoomede de aan den Melacuri en Grooten Scarcies wonenden, die bij uitnemendheid M. heeten en ijverige belijders van den Islam zijn.

< >