Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Krisjna (god)

betekenis & definitie

d. i. de Donkerblauwe, in de indische mythologie de naam van god Wisjnoe in zijneachtste incarnatie (Awatara), als zoon van Wassoedewa en de schoone Dewaki, die over Mathura regeerden. Hij werd heimelijk opgevoed bij herders, om hem te vrijwaren tegen de vervolgingen van zijnen oom Kansa (de incarnatie van Siwa), die hem naar het leven stond, om zich meester te kunnen maken van het hoogste gezag.

Intusschen kwam K. alle hindernissen te boven; hij had minnarijen met de nimf Radha, en doodde den draak Kaliya; schier ontelbaar zijn de wonderen, die aangaande hem verhaald en bezongen zijn; hij werd bij ongeluk gedood door den jager Angada, en op zijnen brandstapel kwamen zich aan den vuurdood offeren al de schoone vrouwen, die verliefd op hem geweest waren (slechts zestien duizend acht honderd in getal). Met den dood van K. nam de Ijzeren eeuw een aanvang; zie het art. KALI-ÏOEGA.

< >