Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Josephus hilarius eckhel

betekenis & definitie

oudheidkundige, lid van de Jezuïten-orde, geb. 13 Jan. 1737 te Entzersfeld in Neder-Oostenrijk, gest. 17 Mei 1798 te Weenen, waar hij professor der oudheidkunde en conservator van het keizerl. muntkabinet was, schreef verscheidene werken over munt- en penningkunde, o. a. zijne tot dusverre door geen ander werk overtroffene Doctrinanummorumvetérum (8 dln. Weenen 1792—98; Addenda, Weenen 1826),waarin de exemplaren zijn gerangschikt naar de orde der steden, waar ze geslagen zijn, en door welk werk E. kan geacht worden de grondlegger te zijn geworden van de wetenschappelijke munt- en penningkunde.

< >