Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Jonas alströmer

betekenis & definitie

of Allströmer, zweedsch industrieel, geb. 1685 te Alingsoes, gest. 1761, was derwijze bevorderlijk aan de ontwikkeling der kunstvlijt in zijn vaderland, vooral door de invoering en toepassing van nieuwe uitvindingen, dat hij te regt beschouwd wordt als de vader der zweedsche nijverheid.

< >