Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

John Sheffield

betekenis & definitie

engelsch staatsman en schrijver, geb. 1649, gest. 1720, diende onder Karel II in den hollandschen oorlog, werd lid van den geheimen raad en opper-kamerheer van Jacobus II, bleef trouw aan dien vorst, werd niettemin door koning Willem III verheven tot markies van Normanby, en door koningin Anna tot hertog van Buckingham (1703), geheim-zegeibewaarder en president van den raad. Bij de troonsbeklimming van George I ging S. ambteloos leven.

Zijne Poelical Works en Memmrs on the recolution of 1688 vormen 2 dln. (Londen 1729).

< >