Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Johannes van Gischala

betekenis & definitie

befaamde Jood uit de eerste eeuw onzer jaartelling, maakte eerst, aan het hoofd van eene bende roovers, de groote wegen onveilig, nam toen de wijk naar zijne geboortestad Gischala, omringde die met fortificatie-werken, en wilde Josephus (den geschiedschrijver), die er het bevel voerde, van het leven berooven. Uit Gischala verdreven, kwam hij er toch weder in, toen de stad belegerd werd door de Romeinen, en vermaande de inwoners tot eenen kloekmoedigen tegenstand.

Toen Gischala zich aan de Romeinen moest overgeven, nam J. de wijk naar Jeruzalem, waar zijne bemoeiingen de grootste onlusten verwekten; en gedurende het beleg van deze stad door de Romeinen bezoedelde J. zich met misdaden. Gevangen genomen (70 na Chr.) door Tilus, werd J. door dezen veroordeeld om in de gevangenis te sterven.

< >