Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Hoekschen en Kabeljauwschen

betekenis & definitie

twee partijen in de Nederlanden, in de 14e en 15e eeuw, tijdens de twisten om het gezag over Holland 1350 uitgebroken tusschen gravin Margareta van Henegouwen en haren zoon Willem V. De aanhangers der gravin noemden zich H. of Hamati, terwijl ze spottenderwijs beloofden, dat ze hunne tegenpartijders zouden vangen, zooals kabeljauwen gevangen worden aan den hoek (of haak); ze kozen dien naam, omdat de aanhangers van graaf Willem zich K. of Asellati noemden, er op zinspelende, dat ze hunne tegenpartijders zonden inslokken, gelijk de kabeljauw kleinere visschen inslokt.

Als onderscheidingsteeken droegen de H. roode mutsen, de K. grijze. De twisten der H. en K. hebben in zooverre hunne nuttige zijde gehad, dat de macht van de elkander anderhalve eeuw lang beoorlogende edelen er door verzwakt, en de invloed van den burgerstand hier te lande vroeger dan elders grooter werd.

< >