of Farsistan, het Persis der ouden, landschap in Perzië, waarvan het eene provincie uitmaakt, is ornstr. 5000 vierk. mijlen groot en bevolkt met 1,700,000 zielen. Dit landschap, dat zijnen naam aan het Perzische rijk heeft gegeven, verheft zich van de heete kuststreek aan de Perzische golf naar het hoogland in het binnenland, heeft daar vruchtbare dalen,in welke eene matige temperatuur heerscht, doch gaat naar het noordwesten over in eene zandige vlakte met het zoutmeer Bakhtegan.
In dit meer ontlast zich de Bendemir, zoo ook de Sitaregjan, de voornaamste rivier van F. De aanzienlijkste stad in het binnenland is Sjiraz; de voornaamste haven is Abusjeer.In dit landschap regeerden de voorzaten van Cyrus, toen ze nog schatplichtig waren aan de Meden. Vervolgens kwam F. onder het gezag van Alexander den Groote, van de Seleucieden, kondigen van Syrië, en van de Arsacieden, koningen der Parthen. Uit F. kwam 223 Ardesjier-Babekhan, die de stichter werd van de dynastie der Sassanieden. De Arabieren veroverden F. in 647, en stichtten er in 695 de stad Sjiraz. Nadat bet landschap F. verscheidene omwentelingen beleefd had, werd het veroverd door de Turkomannen; en in 934 werd het de bakermat en het middelpunt van de dynastie der Binden (Boeieden). In 1263 werd F. ingeiijfd bij het rijk der gengiskhanidische Mogols, aan wie het echter in 1318 ontweldigd werd door de ModhafFeriancn, die op hunne beurt 1393 uit F. verdreven werden door Tamerlan, wiens afstammelingen meester van F. bleven tot 1469, toen het overweldigd werd door de Turkomannen van het Witte Lam, die in 1499 werden verdrongen door de Sophis. In 1723 viel F. voor eenen korten tijd in handen van de Afghanen; doch reeds in 1730 werd het veroverd door Thamas Koeli-khau. Na den dood van dezen overweldiger (1747) was F. gedurende 14 jaren ter prooi aan regeeringloosheid; 1761 stichtte Kerim-khan er de dynastie der Zendieden, welke Aga-Mohammed in 1794 verving door de dynastie der Kadzjaren (Kadjars), die nog tegenw. over F. regeert.
