Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Eliphaz

betekenis & definitie

1) de eerstgeboren zoon van Ezau bij zijne huisvrouw Ada; Gen. 36: 4,10, 11,12,15, 16; I Chron. 1 : 35, 36.

2) een der drie vrienden van Job, die hem kwamen beklagen in zijne ellende; Job 2: 11 ; 4: 1 ; 15: 1; 22: 1 ; 12: 7,9.

< >