Nataha, eene britsche kolonie ter oostkust van Zuid-Afrika, tot het Kafferland hehoorende, omstreeks 850 vierk. mijlen groot, met 158,000 zielen bevolkt, en zich nitstrekkende van de rivier Om-Toekela in het N. lot den OmZimkoeloc in het Z. Het is een zeer vruchtbaar land,, met kostelijke weiden, en wordt bewoond door Kaffers (de oorspronkelijke bevolking), Hollanders (de zoogenaamde Boeren, afstammelingen van de eerste hollandsche kolonisten) en Engelschen.
De naam N. is aan dit land gegeven door de Portugeezen, die hier het eerst voet aan land zetteden op Kerstdag 1498. Sedert 1835 is N. in bezit genomen door de Engelschen, die het onder het bewind van een viee-gonverneur gesteld hebben. De hoofdslad is Pieter-Marilsburg; en 10 mijlen ten N. W. van daar ligt de havenplaats Port-d’Urban.