macedonisch veldheer, broeder van Hellanice, de min van Alexander den Groote,vergezelde dien monarch op zijne krijgstogten, en redde hem het leven bij den overtogt van den Granicus. Bij gelegenheid van een feestmaal had C. het ongeluk (misschien wel om Alexander te vleijen) de daden van diens vader Philippus in waarde beneden die van Alexander zelven te stellen; waarop Alexander, verhit door den wijn (of om het duidelijker uit te drukken in eenen staat van beschonkenheid)eigenhandig zijnen veldheer C. doodstak (326 v.
Cbr.). Nuchter geworden, voelde de groote koning berouw over hetgeen hij gedaan bad, beweende C., en liet diens lijk op luisterrijke wijze begraven.